<< ePub Mein Kampf-verzoekje
Mein Kampf-verzoekje
Category Image
FormatePub
LanguageDutch audio/written
LanguageEnglish audio/written
TypeBook
Date 8 years, 1 month
Size 5.18 MB
Spotted with Spotnet 1.8.6.3
 
Website https://nl.wikipedia.org/wiki/Mein_Kampf
 
Sender Roelieindo (18FFkQ)
Tag
 
Searchengine Search
NZB NZB
 
Number of spamreports 0

Post Description

Mein Kampf (Nederlands: Mijn strijd), in Nederland uitgegeven als Mijn kamp, is het boek van Adolf Hitler dat zijn ideeën over Duitsland, ras en politiek bevat. Het eerste deel is door hemzelf grotendeels tijdens zijn gevangenschap in 1924 in de gevangenis van Landsberg am Lech gedicteerd en is met het oog op publicatie nog bewerkt door Rudolf Hess (destijds Hitlers secretaris), door medestanders, waaronder de tijdelijk gevluchte Ernst Hanfstaengl en medegedetineerden. Minder bekend is de grote en directe invloed van dr. Karl Haushofer, een befaamde Duitse geopoliticus. Ook enkele denkbeelden van Henry Ford zijn letterlijk vermeld.

Inleiding
Na Hitlers mislukte staatsgreep, de Bierkellerputsch, met de NSDAP in München in 1923, werd hij veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, uit te zitten in de vesting Landsberg aan de Lech. De NSDAP werd verboden. Van zijn straf zat hij bijna tien maanden uit; hij kwam op 20 december 1924 weer vrij.
Tijdens zijn gevangenschap, dankzij de familie Wagner in alle comfort, schreef hij met behulp van medeveroordeelde oppasser en chauffeur Rudolf Hess zijn boek Mein Kampf. Het eerste deel, getiteld Eine Abrechnung (Een afrekening), werd in juli 1925 gepubliceerd; het tweede deel, Die national-sozialistische Bewegung, in 1926. De oorspronkelijke titel was: Vier en een half jaar strijd tegen leugens, domheid en lafheid.
Inhoud
Het boek is voor de hedendaagse lezer niet gemakkelijk te lezen. De stijl is wijdlopig, zodat Hitlers gedachtegang moeilijk te volgen is. De thematiek is daarnaast sterk gedateerd, omdat het boek voor een belangrijk deel ageert tegen het Verdrag van Versailles. Door dit verdrag had de Duitse bevolking erg te lijden en hier speelde Hitler handig op in.
Hitler verdedigde in zijn boek de Dolkstootlegende, het vermeende complot tussen de Novemberverbrecher (communisten, Joden, pacifisten en andere "landverraders"), die in zijn ogen Duitsland de onverdiende nederlaag bezorgd hadden tijdens de Novemberrevolutie in 1918. De Joden zouden het Duitse herstel ook frustreren door middel van "Die große Lüge". Hitler wilde dit alsnog rechtzetten met een hervatting van de strijd (naar later bleek de Tweede Wereldoorlog) om alsnog de Grote Oorlog te winnen en de schuldigen van dit verraad te vernietigen.
Ook zette hij zijn theorieën uiteen over de superioriteit van wat hij "het Germaanse ras" noemde. Prominent aanwezig in Mein Kampf zijn Hitlers gewelddadige antisemitisme en zijn redeneringen op de grens van het obsessionele. Zo beweert hij bijvoorbeeld, dat de internationale taal Esperanto een onderdeel van een joods complot is. Onverbloemd is ook zijn ondersteuning van het Duits-nationalistisch idee van Drang nach Osten: de noodzaak om ten oosten van Duitsland Lebensraum (leefruimte) te vergaren, en dan met name in Rusland.
Hitler schrijft over zijn jeugd en merkt op dat zijn ouders geen antisemieten waren. Hij doet het voorkomen alsof hij altijd al een groot-Duits denkende Duitse Oostenrijker is geweest die niets van het veeltalige en door veel volkeren bewoonde Keizerrijk Oostenrijk moest hebben. Zijn loyaliteit zou nooit bij zijn geboorteland maar steeds bij Duitsland hebben gelegen.
Van de schimmige periode tussen zijn schoolafsluiting en de Eerste Wereldoorlog maakt Hitler een "studietijd". Dat deze bestond uit het lezen van kranten in koffiehuizen verzwijgt Hitler. In deze periode is ook Hitlers ontwaken als antisemiet te plaatsen. Hitler komt met een verhaal over Joodse jongens die erop uit zijn arische meisjes te bezwangeren. Achtergrond zou hun geperverteerde "Joodse natuur" zijn die alles wat waardevol is wil besmeuren. De levendige beschrijving van een Joodse jongeman die "begerig naar een blond meisje kijkt" doet een seksuele frustratie van Hitler vermoeden.
Over de Joden komt Hitler verder met de gebruikelijke vooroordelen; zij zouden onder andere onmuzikaal zijn en tegelijk het muziekleven beheersen, ze zijn ongeschikt voor de landbouw, kunnen niet marcheren en niet vechten. Joden parasiteren, zo stelt Hitler, op andere volkeren. Aan de grote prestaties van Joodse wetenschappers, kunstenaars en zakenlieden besteedt Hitler geen aandacht, ze komen hem in zijn betoog niet te pas.
Hitler besteedt veel aandacht aan obscure theorieën over de oorsprong van de rassen en laat de eerste Joden samen met de Romeinse legioenen in Germanië verschijnen. Het voor Hitler onvermijdbare resultaat was dat de Joden handel gingen drijven en de eerlijke Germanen, die tegen de Joodse handelsgeest niet waren opgewassen, benadeelden.
Hitler geeft een uitgebreide en op machtsdenken gebaseerde analyse van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Daarin is de later zo succesvolle politicus en staatsman al te herkennen. Van de oorzaken van de Duitse nederlaag heeft Hitler daarentegen niets begrepen, hij kan de reusachtige oorlog alleen vanuit het perspectief van de onderofficier beschouwen. Dat Duitsland moreel en economisch was geruïneerd is hem ontgaan. Hij lag in november 1918 tijdelijk blind in een lazeret en kon niet begrijpen dat Duitsland verslagen was alvorens er ook maar één vijand een voet op Duitse bodem had gezet. Hitler omarmt hier de "dolkstootlegende".
De periode vlak na de Duitse nederlaag wordt door Hitler wel beschreven, maar waarheidsgetrouw is hij daar niet. Zijn bemoeienis met de linkse Münchense Radenrepubliek worden niet genoemd. Hij beschrijft zijn kennismaking met de splinterpartij NSDAP en de opbouw van die partij die weinig geld of leden en slechts één typemachine bezat. De verslagen van de politieke avonden in Münchense bierhallen zijn zeer levendig geschreven. Hitler beschrijft hoe hij en de zijnen aanvankelijk in het rumoer en de vechtpartijen ondergingen maar dat zij gaandeweg meer publiek en meer aanhang verwierven. Hij ontdekt, in zijn eigen woorden, een redenaar en een politicus te zijn.
Hierna is het boek grotendeels gevuld met moeilijk leesbare beschrijvingen van een na te streven partij-organisatie.
Verspreiding
Tot de verkiezingen in 1930 werden er in Duitsland 23.000 exemplaren van het eerste deel van Mein Kampf verkocht, en 13.000 van het tweede. Het boek werd uitgegeven door uitgever Eher (Eher-Verlag), eigendom van de NSDAP. Eén exemplaar kostte RM 12. Daarvan ontving Hitler 10 procent.[1] De inkomsten uit de auteursrechten op zijn boek vormden de hoofdmoot van Hitlers inkomen. Hij kon er reeds in 1924, vanuit de gevangenis, een RM 20.000 kostende Mercedes 11/40 van kopen. Op jaarbasis was Hitler nu verzekerd van een inkomen van rond de RM 15.000 (gerekend naar huidige maatstaven ongeveer € 60.000); bijna net zoveel als de Rijkskanselier van Duitsland verdiende. Vanaf 1930 sprong de verkoop omhoog ten gevolge van het verkiezingssucces van de nazi's. In 1930 verdrievoudigde Hitlers inkomen, naar RM 48.472. In 1932 was dat al RM 64.639. In 1933 had Hitler een belastingschuld van RM 405.500 uit de royalty's op de verkoop van 240.000 exemplaren van Mein Kampf. Zijn totaalinkomen bedroeg dat jaar 1,2 miljoen RM. Daarna deed Hitler overigens geen belastingaangifte of -betalingen meer en in 1934 werd zijn belastingschuld kwijtgescholden. In 1939 waren al 5,45 miljoen exemplaren uitgegeven en in 1943 10 miljoen (zie kader boven). Deze hoge oplage werd onder meer bereikt doordat bij elk huwelijk een exemplaar aan de echtelieden cadeau werd gedaan. Gemeenten waren verplicht het boek aan te schaffen.
Van het boek bestaan vijftien luxe-uitgaven. Hitler gaf deze cadeau aan onder andere Arthur Seyss-Inquart.[2]
In maart 2012 werd Mein Kampf uitgegeven in Albanië. Volgens de uitgever wordt het boek gepubliceerd als "een waarschuwing aan toekomstige generaties". Het Ministerie van Cultuur noemde de uitgave onwettig omdat ze aanzet tot haat en omdat de uitgave een schending is van het auteursrecht.
De rechtbank in München verbood op 8 maart 2012 het Duitse tijdschrift Zeitungszeugen, dat kranten uit de nazi-tijd afdrukt met commentaar van deskundigen, om in een bijlage uittreksels uit Mein Kampf te publiceren.[3] Die waren afkomstig van de Britse uitgever Peter McGee. Volgens de rechtbank schenden de uittreksels het auteursrecht van de Duitse deelstaat Beieren. De uittreksels betroffen drie delen van zestien pagina's, vergezeld van een kritisch commentaar. In januari 2012 hield de rechtbank de publicatie ook al tegen.
Mein Kampf is populair in de Arabische wereld en andere islamitische landen als Turkije, Bangladesh[4] en Afghanistan.[5][6] Ook in India wordt het boek in zeer grote aantallen verkocht.[7] In 2005 werd het boek na een herdruk een bestseller in Turkije. Alleen al in de eerste drie maanden van dat jaar werden 50.000 exemplaren verkocht. Volgens een woordvoerder van een Turkse uitgeverij heeft de populariteit van het boek te maken met een opkomend nationalisme en anti-semitisme in het land. Hieraan zouden onder andere haat jegens de Verenigde Staten om de bezetting van Irak en het huidige beleid van Israël ten grondslag liggen.[8] Al in 1957 was er

Comments # 0