Post Description
voor de progliefhebbers BIG BIG TRAIN uiteraard en voor het wat steviger werk NEXT TO ONE
De progressie die de band Big Big Train maakt vind ik bewonderenswaardig én indrukwekkend. Op elk album liet de band groei horen, met als voorlopig hoogtepunt het “English Electric” tweeluik. De groei is ook letterlijk te nemen. De band begon ooit als vijftal en is inmiddels uitgegroeid tot acht. Sinds “English Electic” zijn Rikard Sjöblom (Beardfish) en violiste Rachel Hall tot het gezelschap toegetreden. De band loopt inmiddels over van het talent en toch blijft het een hecht collectief. Zoals ik al zei: indrukwekkend.
De band probeert de fans ook niet te lang laten wachten. Ze werken aan een nieuw album dat begin 2016 uit moet komen, maar nu worden we al getrakteerd op deze zeer goed verzorgde ep. Dit schijfje ziet er namelijk prachtige uit! Het artwork is fantastisch, de songtekst van het titelnummer is in de binnenkant van de hoes opgenomen en de rest van de teksten staat in het bijgeleverde boekje.
Op deze ep staan drie gloednieuwe nummers en een live in de studio opgenomen versie van Master James Of St. George (van “The Underfall Yard”). Het titelnummer klinkt overduidelijk als Big Big Train. Sterke melodie, sterke zang (en samenzang) en mooi compact met een paar prachtige overgangen. Het refrein dat alleen uit het woord ‘Wassail’ bestaat, gaat met geen mogelijkheid je hoofd meer uit en blijf je zingen! Het gebruik van fluit en viool geeft het nummer een mooi folklore gevoel. Volgens de band gaat het nieuwe studio-album “Folklore” heten, dus wellicht is dit een voorproefje van wat we mogen verwachten. Het smaakt in elk geval naar meer.
Mooi poppy klinkt het vrolijke Lost Rivers Of London. Het nummer had zo op “The Underfall Yard” kunnen staan. Ook hier weer die mooie overgangen en de sterke zangstem van David Longdon. Wat is zijn karaktervolle stemgeluid toch belangrijk voor de sound van deze band geworden. Het instrumentale tussenstuk zal bij velen de mondhoeken omhoog krijgen, mooi!
Misschien is Mudlarks nog wel het meest progressief. Het is een tikkie meer complex en bevat heerlijk toetsen- en gitaarspel en let ook vooral ook op het zalige basspel van Greg Spawton! Dit is Big Big Train in optima forma.
We kijken reikhalzend uit naar nieuw werk, maar tot die tijd vermaakt de band ons optimaal met deze prachtige ep.
Big Big Train – Wassail2015
Wassail (6:48)
Lost Rivers Of London (6:02)
Mudlarks (6:13)
MasterJames Of St. George (6:14)
Next To None - A Light In The Dark [2015]
Kinderen van bekende ouders hebben:
1) …het niet altijd makkelijk. Het is lastig aan de hoge verwachtingen te voldoen. Ik ga ze hier niet allemaal noemen, maar een voorbeeld van een geslaagde zoon is bijvoorbeeld Dweezil Zappa. Ondanks het feit dat hij eigenlijk alleen werk van zijn vader speelt, doet hij dit dusdanig goed (en dat is voor de complexe muziek van vader Frank zeker een compliment te noemen) dat hij inmiddels meer dan geaccepteerd is.
2) …het voordeel dat de kansen op aandacht en flink wat hulp bij het krijgen van bijvoorbeeld een platendeal flink toenemen.
Max Portnoy, inderdaad de zoon van, debuteert met “A Light In The Dark” direct op het InsideOut label. Velen moeten het met minder doen, maar helemaal onlogisch is het niet natuurlijk. Vader Mike zal immers een (vrijblijvende) vinger in de pap hebben en zijn zoon niet onbekwaam op pad sturen. En als Max het talent van Mike heeft meegekregen kan Next To None hoge ogen gooien. Overigens kan talent bij geen enkel bandlid worden ontkend. Het cv spreekt voor zich.
Daar waar ik dacht dat Next To None de valkuilen van Dream Theater en Mike Portnoy zou omzeilen kom ik bedrogen uit. Ten eerste zitten de drums stevig in de mix en is de basgitaar meer naar de achtergrond gezet. Deze volgt meestal ook de gitaarpartijen en komt al met al minder goed voor de dag. Een probleem dat bij Dream Theater pas werd verholpen toen Mike de band had verlaten.
Verder zijn de drums overduidelijk sterk schatplichtig aan Mike. Al in de eerste seconden weet je wat je hier kan verwachten. Nu vind ik Mike Portnoy absoluut te pruimen en altijd lekker klinken, maar ik had toch verwacht dat hier wat meer afstand van zijn sound zou worden genomen. Aan de andere kant is dat bij andere vader/zoon situaties vaak evenmin het geval dus laten we eerlijk blijven. Als je vanaf je vijfde drumt en elke dag je pa hoort en ziet spelen, hoe zou je dan niet door hem geïnspireerd kunnen zijn? En nogmaals, een slecht voorbeeld is Mike allerminst.
Wat ik storend en ronduit slecht vind, is het onnodig oprekken van de openingssong met eindeloze intermezzo’s van twintig roffeltjes achter elkaar, steevast onderbroken door grappig bedoelde maar stomvervelende geluidjes tot en met de overbekende honky tonk piano toe. Dit is een blunder van jewelste. Verder zijn de breaks en tempowisseling soms wat ver gezocht en voegen ze niet altijd iets toe. Iets waar veel bands zich schuldig aan maken, dus het zij ze in dit stadium van hun carrière vergeven. Ten slotte is de zang in ‘standje clean’ vrij dun en klinkt deze pas lekker als er een vervormde grunt in zit. Tekstueel zijn hier ook nog jonge mensen aan het schrijven want heel diep gaat het niet.
Wat ik wel waardeer is dat de songs vrij agressief zijn en, los van de eerder genoemde misstanden, de vaart er goed inhouden. De vergelijking met het solowerk van James LaBrie ligt het meest voor de hand. Een goed luisteraar (spreek ik wat onbescheiden) hoort ook invloeden van Arch Enemy en soortgelijken. Het gaat dan om de meer melodieuze gitaarpartijen in combinatie met vette grunts. De gitaarriffs zijn prima en als ik neutraal ben dan is de combinatie met de drumpartijen goed te verteren. Overigens laat de David Gilmourachtige solo op het ingetogen A Lonely Walk ook weinig te wensen over. Evenals het lange en dynamische Control waar geen enkele misser te bekennen is en een fraai stuk progmetal met geslaagde wendingen wordt neergezet. Social Enxiety en Runaway spetteren je speakers uit met zware riffs en vervaarlijke grunts. Afsluiter Blood On My Hands gaat helaas gebukt onder een tweede zanglijn die de laatste woorden van de regel ervoor herhaalt. Irritant en hopeloos achterhaald.
Zo hinkt dit debuut op twee gedachten. Er zitten storende elementen in die voorkomen hadden moeten worden. Maar de schijf luistert ook lekker weg en vervelen doet ie niet. Bedenk daarbij dat het schrijven van complexe songs op de nog jonge leeftijd van deze begaafde muzikanten een vette pluim verdient. En op je debuut mag je zeker een fout of wat maken. Mits hiervan wordt geleerd (misschien draagt deze recensie er een klein beetje aan bij) en de opvolger vooral de sterke punten behoudt, spreken we hier van een geslaagde eerste stap die mij zeer nieuwsgierig maakt naar nummer twee. Een conclusie om vast te houden.
The Edge Of Sanity (09:39)
You Are Not Me (04:55)
Runaway (04:58)
A Lonely Walk (05:31)
Control (09:58)
Lost (06:12)
Social Anxiety (03:44)
Legacy (03:56)
Blood On My Hands (08:14)
Comments # 0