Post Description
De geschiedenis van de Nederlandse groep CODA gaat terug naar begin 1980. Dat is het jaar waarin het eerste contact plaatsvindt tussen Erik de Vroomen en Ton Strik, op dat moment beiden woonachtig in Wijchen. Er ontstaat een samenwerking die 16 jaar zal gaan duren en voor de liefhebbers van symfonische- en progressieve rockmuziek twee legendarische rockalbums oplevert.
Het meest opmerkelijke wapenfeit uit die periode is ongetwijfeld het verschijnen van de LP Sounds Of Passion, in 1986 uitgebracht door Boni Records. Een nog steeds veelgezocht album onder de symfofans in binnen- en buitenland.
Na een stilte van circa vijf jaar wordt Ton Strik door SI Music Records benaderd om Sounds Of Passion op CD uit te brengen. De release in 1991 wordt een jaar later gevolgd door de CD-single Crazy Fool And Dreamer. Kort daarna wordt een licentiedeal in Zuid-Korea afgesloten en in 1993 brengt het Koreaanse Si-Wan Records een CD- en LP versie (met klaphoes) van Sounds Of Passion op de Aziatische markt. In Japan en Zuid-Korea worden veel exemplaren van S.O.P. verkocht en behoort CODA geruime tijd tot een van de best verkopende Europese bands op symfogebied.
Het leeuwendeel van “Sounds of Passion” bestaat uit het vierdelige titelnummer, dat in totaal een half uur duurt. Na een gesproken proloog met oerlelijk Engels, volgt het eerste deel met het hoofdthema. Toetsen – met name Yamaha DX7, Memorymoog, Hammond orgel en vleugel – overheersen, naast wat iel klinkende drums en een knijpende gitaar. Waar gaat dit allemaal naar toe? Vooral veel sfeer en een behoorlijk arsenaal aan klanken en variaties op het thema uit het eerste deel. Vooral Witjes weet met zijn gierende gitaar indruk te maken (met een knipoog naar Steve Rothery) en de aloude Novatron komt ook om de hoek kijken. In het derde deel harmonieert het fluitspel van Pip van Steen prachtig met de concertvleugel in het derde deel; dit stuk behoort tot de mooiste momenten van de plaat. Even later reikt het fretloze basspel van Van Tongeren en het saxspel van Auke de Haan tot eenzelfde passage. De finale met kerkorgel, koorzang en onweergeluiden heeft mij altijd iets te bedacht in de oren geklonken, ondanks de sublieme Moog-solo die Erik laat horen. Niettemin heeft “Sounds of Passion” mij dan al genoeg overtuigd. Hetzelfde geldt voor de tweede losse songs van de plaat, Crazy Fool and Dreamer en Defended. Aardige prog-ballads, die prima jaren 80 symfo laat horen: subtiel, verrassend en niet teveel opsmuk. In het totaal is het een plaat die zich op verschillende fronten kan meten met bijvoorbeeld het vroege werk van Pallas en qua intensiteit iets weg heeft van “Nude” van Camel. Het conceptuele uit zich zowel in de soms zwaar aangezette progressieve rock met een frisse, maar ook klassieke inslag. Dat uit zich ook in de gesproken en gezongen teksten.
Comments # 0