Post Description
De koele minnaar
Hugo Claus, De koele minnaar, De Bezige Bij, 1956 (24e dr., 1986)
Ik moet toegeven onder het lezen van deze roman nu en dan werkelijk kwaad te zijn geworden. Want Claus is onbarmhartig en delicaatheid is niet zijn meest opvallende eigenschap.
Woorden van Kees Fens, geciteerd op de achterflap van mijn uitgave. Ik kan ze niet beamen. Ik vermoed dat Fens zich heftig opwond over het nihilisme van de personages, de toespelingen op gemakkelijke, ook homoseksuele seks, het zinloze van het leven. Wat blijft vijftig jaar na verschijnen over van die woede? Weinig. Er zijn zo veel boeken geschreven die zo veel verder gaan. Denk aan het oeuvre van Bret Easton Ellis en zijn honderden navolgers.
Het is mooi geschreven, De koele minnaar. Dat wel. Claus schrijft intense, poëtische zinnen die je dwingen aandachtig de onvolmaakte liefde van Edward, een jonge Belg, en Jia, een Italiaans actricetje, in het milieu van het Ras van de Glimlach te lezen. Over iedere alinea hangt een indringende melancholieke waas. Edward en Jia kunnen niet van elkaar houden, maar elkaar ook niet verlaten. Maar het raakt niet echt. De schok die het indertijd heeft veroorzaakt, kun je niet invoelen slechts navoelen.
Sommige klassiekers roepen nog altijd emotie op, lang nadat de tijd is vergleden waarin het is geschreven. Het lijden van de jonge Werther van Goethe. Andere boeken roepen een nieuwe, indertijd volkomen onbedoelde emotie op. Julia van Rhijnvis Feith, waar ik hartelijk om heb gelachen. Maar de meeste boeken kun je alleen ten volle waarderen wanneer je beseft in welke tijd het is geschreven.
Het is spijtig dat sommige boeken van Claus al tijdens zijn leven in die laatste categorie vallen.
Maarten Dessing
Comments # 0