Post Description
Provinciale Statenverkiezingen
De Provinciale Statenverkiezingen is de verkiezing van de leden van de Provinciale Staten in Nederland. Provinciale Statenverkiezingen worden een keer in de vier jaar gehouden waarbij leden rechtstreeks door de stemgerechtigde inwoners van de provincie worden gekozen.
Inhoud
* 1 Werkwijze
* 2 Opkomst
* 3 Grootste partij per provincie door de jaren heen
* 4 Zetelverdeling Provinciale Staten na de verkiezingen van 2007
* 5 Verkiezingen voor de Eerste Kamer
* 6 De 12 provincies
* 7 Politieke partijen
o 7.1 Landelijke partijen
o 7.2 Regionale partijen
+ 7.2.1 Groningen
+ 7.2.2 Friesland
+ 7.2.3 Utrecht
+ 7.2.4 Noord-Holland
+ 7.2.5 Zuid-Holland
+ 7.2.6 Zeeland
+ 7.2.7 Noord-Brabant
+ 7.2.8 Limburg
* 8 Zie ook
* 9 Externe links
Werkwijze
Verkiesbaar zijn in principe alle inwoners van de provincie die passief kiesrecht hebben en die kandidaat gesteld zijn door een aan de verkiezingen deelnemende politiek partij. Op het stembiljet voor de Provinciale Statenverkiezingen staan de namen van de belangrijkste landelijke politieke partijen vemeld.
Die partijen hebben provinciale en regionale afdelingen die zich met de provinciale politiek bezighouden. Daarnaast zijn in een aantal provincies partijen vertegenwoordigd die zich voornamelijk op de politiek in de eigen provincie richten. Alle partijen proberen op eigen wijze zo veel mogelijk stemmen te winnen. Zeker in verkiezingstijd bestaan voor de kiezer volop mogelijkheden om kennis te nemen van het gedachtegoed en de standpunten van de deelnemende partijen.
Het aantal leden van Provinciale Staten hangt af van het aantal inwoners van de provincie. Flevoland als kleinste provincie heeft er vanaf maart 2007 39 (was voorheen 43), Zuid-Holland met haar 3,3 miljoen inwoners vanaf dezelfde datum 55 (was voorheen 83), het maximum. De laatste verkiezingen voor Provinciale Staten werden gehouden op 7 maart 2007. De eerstvolgende verkiezingen zijn op 2 maart 2011.
Opkomst
Al jaren vertoont de opkomst voor de Provinciale Statenverkiezingen een dalend verloop. Het animo om voor de provincies te stemmen is vanwege de betrekkelijke onbekendheid met het middenbestuur niet groot.
Een overzicht van de opkomst (in 1966 gold nog een opkomstplicht):
* 1966 - 94,6 %
* 1970 - 68,9 %
* 1974 - 75,1 %
* 1978 - 79,6 %
* 1982 - 68,4 %
* 1987 - 66,3 %
* 1991 - 52,3 %
* 1995 - 50,2 %
* 1999 - 45,6 %
* 2003 - 47,6 %
* 2007 - 46,3 %
Comments # 0