Post Description

Biografie
 
Succesvolle Senegalese zanger/gitarist die aarzelt tussen de semi-traditionele muziek van Djam Leelii en de moderne pop waarmee hij en zijn groep Daande Lenõl ('de stem van het ras') vanaf '85 actief zijn. Baaba Maal wordt in '53 geboren in Fouta, Noord-Senegal, en behoort tot de toucouleur (of Fula)-bevolking van West-Afrika. Op de middelbare school maakt hij kennis met de blinde zanger/gitarist Mansour Seck, die uit een familie van griots stamt. Via Seck komt Maal in contact met de muzikale tradities van de toucouleurs. Als de twee vrienden hun school hebben beëindigd, trekken ze naar Dakar en formeren daar het ensemble Lasli Fouta, dat de muziek uit hun geboortestreek speelt. Van '81 tot '84 verblijven ze als akoestisch duo in Parijs, en in dat laatste jaar worden opnames gemaakt die als de cassette Djam Leelii in een kleine oplage in Senegal worden uitgebracht. Vijf jaar later leidt een vergeefse speurtocht naar de originele banden van deze inmiddels legendarisch geworden cassette tot de vondst van enkele zustersessies, die vervolgens in Engeland onder dezelfde titel op plaat worden gezet: Djam Leelii. Baaba Maal legt zich dan al enkele jaren toe op elektrische pop, een soort toucouleur-versie van Youssou N'Dours mbalax, maar dan gebaseerd op het reggae-achtige yela- ritme van de vrouwelijke griots uit Maals geboortestreek: Wango en Taara. Baayo bevat weer akoestische muziek. Lam Toro moet de definitieve doorbraak brengen; naast Baaba Maal zelf tekenen Simon Booth en Eric Clermontet voor de productie en zijn er gastrollen voor onder anderen Davy Spillane, terwijl er een door Joe Galdo geremixte versie van de plaat wordt gemaakt waarop Macka B voor Jamaicaans toast-werk zorgt. Als die verwachte doorbraak uitblijft wordt het procédé herhaald op Firin' In Fouta, maar ook dit keer blijkt een aantal mooie nummers niet genoeg voor groot succes. Het lijkt er dan ook op dat Maal op het podium vooralsnog het best tot zijn recht komt. Voorjaar '96 zorgt Maal ervoor dat het rap-duo Positive Black Soul uit Dakar een contract krijgt, dat resulteert in het opzienbarende Sallam. In Dakar vormen ze samen met het trio Daara-J de top van de ruim 1600 groepen tellende rap-scene. De rappers van Positive Black Soul, Doug-ee-tee en Didier Awadi, die al te horen waren op Firin' In Fouta, mengen zware, geëngageerde hiphop met traditionele Senegalese ritmes en instrumenten. Samen met de Zuid- Afrikaanse Prophets Of Da City zorgen ze voor de internationale doorbraak van de Afrikaanse rap. In een buitenwijk van Dakar bouwt Maal in '97 een studio en begint een eigen label; Yoff Productions, dat een springplank moet worden voor talent uit zijn eigen regio. Een jaar later maakt hij z'n langverwachte comeback met het ambitieuze Nomad Soul, de eerste plaat op Palm Pictures, het nieuwe label van Island-oprichter Chris Blackwell. Maal mixt Afro-pop, funk, Latin, Keltische folk en dance tot ultramoderne wereldse crossover, vooral dankzij de hulp van zijn vertrouwde producer Simon 'Afro Celt Sound System' Emmerson en acht andere producers, waaronder Howie B. en Brian Eno. Gastbijdragen zijn er van onder meer ska-veteraan Ernest Ranglin, trompettist Jon Hassell en reggaezanger Luciano. De plaat eindigt op de hoogste positie in de World Music Charts '98, maar het langverwachte commerciële (single-)succes blijft nog steeds uit. Voorjaar '99 imponeert Maal op Drum Rhythm. Maals indrukwekkende live-prestaties zijn vastgelegd op Live At The Royal Festival Hall, met wederom een gastrol voor Ranglin. In '00 wordt Maal zegsman van de Verenigde Naties, en geeft als zodanig voorlichting en adviezen over Aids. Deze ziekte is ook een van de thema's van het in '01 verschijnende Missing You (Mi Yeewnii). Daarop gaat Maal met medewerking van gitarist Mansour Seck terug naar zijn roots. De opvallend pittige muziek is meer dan ooit gebaseerd op zijn stem en gitaarspel, wordt nagenoeg enkel uitgevoerd op traditioneel Afrikaanse instrumenten en heeft daardoor een sterk akoestisch karakter.

Bron: OOR Popencyclopedie