Post Description
Bands als Pendragon, IQ en Jadis hebben in de jaren negentig hun succes in de wereld van de prog alsnog weten te halen. De bandleden van het Schotse Comedy Of Errors moeten met lede ogen hebben toegekeken hoe dat niet aan hen was besteed. De neo-prog band is namelijk nooit verder gekomen dan het maken van een aantal ep's welke in 1988 samen op één cd zijn gezet. Luisterend naar dat album hoor ik redelijke muzikanten, een prettige zanger en composities die schommelen tussen matig en aardig. Echt enerverend is het allemaal dus niet. Ik kan me ook geen nummers meer voor de geest halen, die zijn al heel diep weggezonken. Ik begin niet voor niets over dat album. De band heeft na 23 jaar de draad weer opgepakt en komt met een fonkelnieuwe cd, "Disobey" genaamd. Een vergelijkend warenonderzoek lijkt me logisch. Nou nee, laten we dat maar niet doen. "Disobey" verdient het om op z'n eigen merites te worden beoordeeld.
Feitelijk is "Disobey" dus het debuutalbum van de band en dat is een wat rare situatie. Toetsenist Jim Johnston en gitarist/bassist Mark Spalding zijn inmiddels uitgegroeid tot uitstekende muzikanten en zanger Joe Cairney heeft nog steeds die prettige stem. Toch hebben we het hier over een subtopper. Het grote verschil met vroeger is dat sommige composities nu wél enerverend zijn. Dat ligt niet alleen aan het schrijverschap, maar natuurlijk ook aan de huidige mogelijkheden van opnemen. De intro van het titelnummer laat dat onverbloemd horen. Hier klinkt een oude opname van het nummer achterstevoren om vervolgens uit elkaar te spetteren in de huidige versie. Wat een overtuigingskracht, wat een aanstekelijk enthousiasme. Hoor hoe gitaar en toetsen over elkaar heen vallen en hoe basgitaar en drums de dynamiek waarborgen. Dit is muziek waar ik ook al die jaren in zou blijven geloven. Jekyll is ook weer zo'n smakelijke aangelegenheid met z'n Mellotronklanken en z'n korte toetsensolo. Dit niveau kan de band volgens mij onmogelijk een heel album volhouden en toch geven ze met het instrumentale Prelude, Riff and Fugue weer helemaal niks af. Sterker nog: dit zou door velen wel eens kunnen worden uitgeroepen tot albumfavoriet. Het is hypermelodisch en heeft af en toe een klassieke inslag. O, wat begint dit album toch sterk.
Het is onvermijdelijk, maar ja, in het middengedeelte van het album zakt het niveau wat terug naar een redelijk dan wel aardig peil. Zo zijn daar Carousel en Joke. Could Have Been Yesterday is zelfs behoorlijk middelmatig. Het is een niemendalletje van kampvuursignatuur, lekker zingen dat het gisteren had kunnen zijn. American Rodeo is met z'n rockinsteek en volle orgelklanken een pretnummer dat het naar alle waarschijnlijkheid live beter zal doen dan op de plaat. Het punt met deze fase van het album is dat het alle kanten op gaat zoals de onverwacht lange gitaarsolo in American Rodeo.
Precies op tijd komt de band met het ruim 25 minuten durende The Student Prince, dat opgedeeld is in vier afzonderlijke nummers. Hier hoor je de neo-prog van een band op z'n best. Het eerste deel heeft een wirwar aan tempo- en sfeerwisselingen terwijl deel twee en drie meer opgebouwd zijn rond een pakkende zanglijn. Wat al deze delen gemeen hebben is dat ze blaken van de bombast. Het laatste deel daarentegen is klein gehouden. Het is een mooie afsluiting van het album.
Het is een open deur intrappen, maar ik mag hopen dat een volgende cd van Comedy Of Errors niet weer 23 jaar op zich laat wachten. De band heeft zich met "DisoBey" een leuk plaatsje in de wereld van de prog veroverd. Van mij mogen ze blijven.
Bron www.progwereld.org
Comments # 0