Post Description
In 2001 begonnen Aviv Geffen (gelauwerde singer-songwriter uit Israël) en Steven Wilson (mastermind achter Porcupine Tree en ontelbare zijprojecten) het project Blackfield. De jaren erna volgden er drie studio-albums en diverse tours over de hele wereld. Op het derde album Welcome To My DNA (2011) trad Wilson al meer naar de achtergrond en werd vrijwel ieder nummer aangeleverd door Geffen. Wilson, een veel gevraagd mixer, producer en gastmuzikant en tevens uiterst succesvol soloartiest, had steeds minder tijd over voor zijn zijproject met Geffen. In de aanloop naar de opnames voor album nummer vier (simpelweg IV genoemd) besloot Wilson dat hij niet meer als voltallig lid van de band kon functioneren. Geffen schreef vervolgens alle songs voor de nieuwe plaat en Wilson nam sporadische zang- en gitaarpartijen op en mixte het geheel. Hij zou niet meer met de band touren en je zou kunnen zeggen dat Blackfield 2.0 in feite Aviv Geffen met gastmuzikanten is.
Vooraf was ik nogal sceptisch; slechts vijf van de elf nummers kwamen over de drie minutengrens en wat moesten al die gastzangers (Vincent Cavanagh van Anathema, Jonathan Donahue van Mercury Rev en Brett Anderson van Suede) eigenlijk verhullen? Ook was de derde plaat een behoorlijke teleurstelling na twee steengoede releases. Anderzijds, zulke grote namen werken niet zomaar met je samen. En liedjes hoeven niet lang te zijn, als ze maar góéd zijn. Dat bewezen de Beatles wel.
Om een lang verhaal kort te maken: met de liedjes zit het deze keer gelukkig weer behoorlijk snor. Het feit dat er veel gastzangers meedoen geeft het album een mooie diversiteit, maar zorgt ook voor een iets minder coherent geheel. Die gastzangers zorgen overigens wel voor een aantal zeer fraaie album-hoogtepunten. Zo is het kleine liedje 'X-ray' (met Vincent Cavanagh) een melodisch hoogstandje en kunnen de overige gastzangers met hun bijdragen ook bekoren. Ook weet Geffen hier en daar in zijn eentje ook (bijna) het niveau van de eerste twee platen te halen. 'Pills' had zowaar op het debuut kunnen staan en 'Faking' is misschien wel het beste Blackfield liedje met Geffen op lead vocalen tot dusver. Wilson is overigens alleen vocaal te horen op het fraaie 'Jupiter'.
De band leek opgebrand te zijn bij het derde album, maar weet zichzelf met deze vierde goed te herpakken. Dat de songs uiterst kort zijn en soms onaf klinken doet geen afbreuk aan het feit dat het album behoorlijk goed te pruimen is en door zijn korte duur herhaaldelijk uitnodigt om te beluisteren.
Comments # 0