Post Description
Het begrip ‘consistentie’ of ‘cohesie’ levert volgens internet en verschillende woordenboeken talloze betekenissen op. Een paar steekwoorden komen bij die speurtocht veelvuldig naar boven: samenhang, verband, dichtheid, niet tegenstrijdend, kleefkracht, homogeen.
Die twee begrippen gaan op deze cd (en daardoor ook in de recensie) een prominente rol spelen. Als je de cd-speler namelijk op ‘random’ zou zetten, zou je niet zeggen dat je naar één en het zelf album of de zelfde artiest luistert. Daarvoor zit er teveel verschil in karakter en stijl van de nummers. Er zijn raakvlakken met projecten als die van Arjan Lucassen (Ayreon), The Who en Aventasia et cetera, maar de diversiteit van de nummers op “Tales From A Hidden Dream” is bijna (te) extreem te noemen.
Het draait allemaal om de Duitse multi-instrumentalist Gerd Albers, die maar liefst acht jaar aan het album heeft gewerkt. Hij heeft daarbij hulp gekregen van wel veertig verschillende muzikanten en meerdere producers, waarvan Peter Koll de dikste vinger in de pap heeft.
Ik kan nu wel klagen dat het een smeltkroes van diverse stijlen is, maar eigenlijk waarschuwt het promosheet dit al: “Het album combineert diverse stijlen als rock, metal, funk, folk, koor , akoestische en klassieke elementen”. En dat gaan we horen ook. Het eerste nummer Beginning begint als een volkomen relaxed intro waarin de piano en een saxofoon de hoofdrol innemen. Het is nauwelijks prog te noemen, maar er zullen amper mensen te vinden zijn die hier niet van kunnen genieten. Bij het begin van de tweede track Oblivion gaan we meer de richting van Pink Floyd op, gemengd met wat Mike Oldfield-achtige invloeden. Het nummer duurt ruim dertien minuten en krijgt halverwege een wat kolderieke wending, wanneer de gitaren een zware riff laten horen aangevuld met grunts. Dit zou volgens de promosheet dus metal moeten zijn, maar dat is minder geslaagd en levert een anticlimax op. De laatste drie minuten van het epos worden ingevuld door lieflijke akoestische gitaar en engelenzang van Claudia Kettler.
Eén van de sterkere nummers is The Turning Point, dat door de zang van Olaf Kobbe wat doet denken aan Barry Hay van de Golden Earing. Een catchy en fijn nummer met uitstekende gitaarpartijen op de wijze van bijvoorbeeld Iron Maiden. Na het nummer krijgen we een koor voorgeschoteld dat het één minuut durende Elysium inzingt. Ook deze switch voelt plotseling en vreemd aan.
De gelijkenis met Ayreon is weer op zijn plek in het nummer Land Of Hope And Honour. Dat kent een wat Keltisch begin, waarna een prachtige gitaarsolo het overneemt van zangeres Jessica Schmalle. En met name die laatste zingt het nummer erg mooi in. Prachtig. Dan switchen we weer volkomen onverwacht over op Not Yet, wat een gastoptreden van Yossi Sassi op Bouzouki herbergt. Ook dit nummer is weinig consistent te noemen, maar desondanks klinkt het goed. De bouzouki van Sassi geeft het jaren tachtig hardrock nummer een vreemd oosters karakter en op slag krijgen we ook nog een gitaarsolo van gastmuzikant Kay Ernst, die volkomen haaks op het nummer staat. Ook vermoed ik dat Gert Albers veel heeft geluisterd naar een band als The Red Hot Chili Pepers getuige de zang op het einde van de track. Maar ook hier geldt, het geheel klinkt niet slecht.
Dachten we dat we klaar waren met de diversiteit in deze schouwburg? Nee. Want dan hebben we Every End Is A Beginning (Bau’ Dir ein Schloss) nog. Dat is namelijk een nummer dat niet verkeerd zou staan in een Duitse hitparade in de jaren tachtig. Buiten een fijne gitaarsolo is het een wat zompig nummer waar weinig progressiviteit is te vinden en waar de vrouwelijke Duitse zang ook echt een vreemde eend in de bijt is. En daarmee begint de cd zo langzamerhand een wat curieus theater te worden. Dat gezegd hebbende, vallen we in een orkestraal stuk, dat op zichzelf ook niet echt verkeerd klinkt. Volledig door computers geprogrammeerd, maar het is degelijk gecomponeerd. En om het kolderieke aspect nog maar even te versterken, krijgen we een stukje gesproken tekst door Gerd Albers en Peter Koll die aan het bekvechten zijn of de laatste demo wel of niet op de cd moet komen.
Die komt er overigens wel, in de vorm van Incomprehensible, inclusief de vals zingende André Müller. De cd krijgt daarmee wel een aardig einde waar de ruimdenkende progger zich wel in kan vinden.
De zuurpruimen onder ons zullen zeggen dat dit album een onsamenhangend geheel is (ik zal ze daar niet van weerhouden), maar toch zijn de afzonderlijke tracks zeker niet verkeerd. Muzikaal en vaktechnisch zijn het toegankelijke en fijne nummers, daar ligt het absoluut niet aan. Echter als consistent geheel verdient deze cd een absolute onvoldoende, voornamelijk ook door de (voor de componisten wellicht grappige) toevoegingen als de gesproken tekst en Duitse zang. Maar ook de verschillen in stijl degraderen deze cd net even iets teveel. Die afzonderlijke muziekstijlen zorgen er voor dat het geheel een onherkenbaar karakter krijgt. Dat is waarschijnlijk het gevolgd van een brede smaak van Gerd Alber voor muziek en het jarenlange werk aan dit album. Laten we het positief afsluiten: er is in elk geval voor hem een droom uitgekomen. BRON : PROGWERELD.
Beginning (3:58)
Oblivion (13:24)
The Turning Point (6:55)
Elysium (0:51)
Land of Hope and Honour (5:14)
Not Yet (5:10)
Every End Is a Beginning (Bau' Dir ein Schloss) (6:16)
Oblivion Things [Reprise] (4:16)
Incomprehensible [Demo] (17:51)
u kunt ons vinden op http://poprock.actieforum.com/
Comments # 0