<< MP3 Thelonious Monk Collection [bop jazz][musicrequest]
Thelonious Monk Collection [bop jazz][musicrequest]
Category Sound
FormatMP3
SourceCD
Bitrate320kbit
GenreJazz
TypeAlbum
Date 8 years, 5 months
Size 13.62 GB
Spotted with Spotnet 1.8.6.2
 
Website http://muziekrequest.forumgratuiti.com/forum
 
Sender fastlaine (ZZ3UZQ)
Tag fastlaine
 
Searchengine Search
NZB NZB
 
Number of spamreports 0

Post Description

verzoek via http://muziekrequest.forumgratuiti.com/forum

Thelonious Monk Collection [bop jazz][musicrequest]

47 albums & 6 box-sets
Bop, Hard Bop, Mainstream Jazz
1941 - 2010
MP3
tracks
20 kbps


Volledige naam Thelonious Sphere Monk
Bijnaam Sphere
Geboren 10 oktober 1917
Overleden 17 februari 1982
Verenigde Staten Verenigde Staten
jazz
Beroep muzikant
Instrument(en) piano

Thelonious Sphere Monk (Rocky Mount (North Carolina) 10 oktober 1917 - Weehawken (New Jersey) 17 februari 1982) was een Amerikaans jazzmuzikant.


In Walked Monk
Op 10 oktober 1917 kwam Thelonious Monk (ook Sphere genoemd) ter wereld in Rocky Mount in North Carolina, in de Verenigde Staten van Amerika. Zijn kinderjaren en zijn jeugd bracht hij door in New York,
waar zijn familie vanaf 1923 verbleef in het zwarte kwartier van Juan Hill. Juist in deze buurt was er steeds een actieve muziekscene aanwezig. Dit zal ertoe bijgedragen hebben dat Thelonious Monk heel
zijn leven bij dit muziekoord is blijven wonen.

Toen Thelonious ongeveer tien jaar oud was, kreeg zijn familie van een goede vriend een piano als geschenk, en zijn oudere zus Marion kreeg vanaf toen klavieronderricht. De kleine Thelonious keek toe hoe
zijn zus regelmatig oefende en hij leerde daarbij vrij vlug noten lezen. Monk zei later zelfs dat hij piano heeft leren spelen enkel en alleen door over de schouder mee te kijken. Dit toekijken en
observeren vond hij niet voldoende op lange termijn, zeker omdat hij gefascineerd was door het instrument. Daarom begon hij zichzelf piano te leren spelen. Op 11-jarige leeftijd kreeg hij voor het
eerst correcte pianolessen en volgens Monks eigen zeggen begon hij zich direct daarna in jazz te interesseren. Anders dan veel andere gezinnen respecteerde de familie Monk de muzikale ambities van hun
jongste spruit. Sterker nog, Monks moeder ondersteunde hem en stond hem steeds bij.

Thelonious kwam vlug voor het publiek terecht: hij begeleidde het kerkkoor van de lokale Baptistengemeenschap, waarin ook zijn moeder zong. Ook verdiende hij zijn eerste sporen als dansmuzikant op feesten.
Ondertussen groeide zijn interesse in de jazz nog verder. Duke Ellington, Fats Waller, Earl Hines en in het bijzonder James P. Johnson, die in zijn buurt woonde, trokken zijn aandacht.
Op 17-jarige leeftijd hield hij school voor gezien, om een uitgebreide tour door de Verenigde Staten te ondernemen met een gospelgroep, een evangelische predikant en een vrouwelijke 'wondergenezer'.
Naast Monk bestond de begeleidende band verder nog uit een trompettist, een saxofonist en een drummer. Als ze zich in een stad installeerden, vond Thelonious vlug aansluiting bij de lokale jazzscene en
na zijn werkdag speelde hij 's avonds dan nog op diverse jamsessies.

Kansas City werd een belangrijke plaats op zijn reis. Daar maakte Monk namelijk kennis met de pianiste Mary Lou Williams, die hij met zijn pianospel duidelijk wist te imponeren. Hij maakte toen nog steeds
gebruik van veel standaardtechnieken, alhoewel hij vanaf dat moment ook zijn eigen stijl met moderne harmonieën ontwikkelde.

Minton's Playhouse[bewerken]
Na deze tour keerde Monk terug naar huis, naar zijn moeder en naar de New Yorkse muziekscene. Om in zijn onderhoud te voorzien deed hij gelegenheidsjobs in bars en danszalen.
In zijn vrije tijd werkte hij aan zijn eigen muzikale voorstellingen. Gedurende deze tijd had hij vriendschappelijke banden met personen die in de toekomst belangrijk zouden worden in de jazzwereld:
de drummer Kenny Clarke, de pianist Bud Powell en de trompettist Dizzy Gillespie.

Deze vriendenkring kwam in de jaren veertig regelmatig bij elkaar in Minton's Playhouse, een jazzclub op 118th street in Harlem, New York. Hier kreeg de nieuwe generatie muzikanten een kans om zich te
kunnen bewijzen en haar ideeën te presenteren. Om deze muzikanten bij hun muzieksessies steeds een ritmesectie te kunnen aanbieden, gaf de eigenaar van de club, Henry Minton,
een vast contract aan Thelonious Monk, Kenny Clarke en de bassist Nick Fenton. Daarmee schiep hij de basiscondities waaruit later de Be-Bop zou ontstaan.

Monk en Clarke werden de muzikale kern van Minton's, waar ook Dizzy Gillespie, Charlie Christian, Don Byas en Art Blakey speelden. In deze muzieksessies, die tot in de vroege ochtenduren konden doorgaan,
ontwikkelden de jonge muzikanten hun eigen concepten en cultiveerden een nieuwe jazzstijl, die later als Be-Bop de muziekgeschiedenis zou ingaan. Ook andere musici, grote sterren als
trompettist Roy Eldridge en tenorsaxofonist Lester Young, improviseerden rond de Be-Bop-muziek, maar het tempo van de nieuwe lichting lag te hoog!

Dizzy Gillespie beschrijft het als volgt in zijn autobiografie To be or Not to bop: Kenny Clarke leverde het ritmische fundament en Monk de gecompliceerde akkoordensekwenties.

In het jaar 1939 trad de altsaxofonist Charlie Parker, toen nog begeleid door de Jay McShann-Band uit Kansas City, voor de eerste maal in New York op. Zijn muzikale ontwikkeling leek
in dezelfde stroming en richting te geraken als van de jonge muzikanten uit Minton's. Het jaar daarop speelde Parker weer in New York en zijn revolutionaire spel trok de nodige aandacht in de jazzwereld.
Gillespie en Clarke klopten bij de nieuwkomer aan en namen hem ook op in Minton's Playhouse. De doorbraak van de Be-Bop was nog slechts een kwestie van tijd.

Thelonious had inmiddels het idee opgevat enkel nog van zijn muziek te willen leven. Hij ging van de ene club naar de andere, speelde klavier en sliep als hij moe werd, waar hij zich ook bevond,
soms op de planken, achter het klavier. Hij was niet in het minst geïnteresseerd in het Be-Bop-typische tempo, dat aan de basis lag van standaardcomposities zoals: I Got Rhythm. Hij begon daarentegen eigen thema's te componeren.
Zo ontstond rond die tijd bijvoorbeeld 'Round Midnight, één van de vele Monk-klassiekers die tegenwoordig tot het standaardprogramma van de jazzmuzikant behoren. Hij trokt zich uit de Be-Bop-scene terug.

Zijn vriend Bud Powell kwam op de voorgrond en werd het prototype van de Be-Bop-pianist.

De Be-Bop had zich ondertussen in het hele land doorgezet en verspreid, en Be-Bop-bands kregen regelmatig contracten buiten New York. Monk wenste zijn kwartier niet te verlaten, bleef thuis en werkte verder aan zijn composities.

Hij werd slechts zelden als muzikant geboekt. Toen in de jaren '44-'45 de tenorsaxofonist Coleman Hawkins, een vriend van Monk, in de stad kwam, nam hij hem voor concerten en opnamesessies in zijn band.
Monk werd niet bijzonder geapprecieerd door het publiek. Hawkins sprak bijvoorbeeld over een optreden in de Onyx-club, waar het publiek Monk totaal afkeurde. Aan Hawkins werd elke avond gevraagd,
wanneer hij zich nu eens eindelijk een echte pianist zou kunnen veroorloven.

Desondanks was Monk niet bereid tot muzikale compromissen. Hij bleef thuis, componeerde en droeg zijn gasten zijn werk voor. Het waren veelal jonge musici die hem bezochten en naar zijn opvoeringen
luisterden. Monk beschreef deze ontmoetingen als een kunstig "huisonderricht", waarbij hij de jonge muzikanten uitsluitend door het voorspelen en het geconcentreerde toehoren van de gasten, zijn stukken
bijbracht. Dit wierp zijn vruchten af: vele muzikanten van de nieuwe generatie, onder hen Miles Davis en Sonny Rollins, konden zich vertrouwd maken met de gecompliceerde muziek, en waren nadien dan ook
bekwaam om deze muziek zelf publiekelijk uit te voeren.


Monk in Minton's Playhouse, ca. september 1947 (foto William P. Gottlieb)
Genius of Modern Music[bewerken]
In 1947 kreeg Monk dan toch nog een kans, in de vorm van zijn eerste platencontract. De twee joodse immigranten en jazzliefhebbers Alfred Lion en Frank Wolff hadden Duitsland in de jaren dertig
verlaten en in 1939 een onafhankelijke platenfirma gesticht met de naam Blue Note Records. Na enkele jaren meer traditionele kunstenaars zoals Sidney Bechet voorgesteld te hebben,
richtten beide jazzliefhebbers zich meer op de moderne jazz en stelden Monk voor met zijn eerste albumtitel: Genius of Modern Music. Monk woonde op 30-jarige leeftijd nog altijd bij zijn moeder.
De Blue Note opnamen waren niet succesvol. Wel werd hij in het jaar 1948 genoemd in de "Downbeat critic polling", in de groep van de beste jazzmuzikanten van het land, maar toen er niet voor hem gestemd
werd in het volgende jaar, leek het einde van zijn carrière naderbij te komen. Uiterlijk onveranderd, maar innerlijk verbitterd, trok hij zich terug en isoleerde zich meer en meer.

Monk werd door pech achtervolgd. Het jaar 1951 werd het absolute dieptepunt van zijn carrière. Tijdens een gewoon autoritje met 'junkie' Bud Powell, kwam Monk terecht in een voertuigencontrole.
Powell stak Monk een klein pakje heroïne toe, Monk verborg het en zoals het lot het wil, vond de politie toch de heroïne tussen de tenen van Monk. Monk moest 60 dagen zitten en verloor daardo

Comments # 0